š De toekomst wordt gemaakt door optimisten met een plan
Een nieuwsbrief over ondergewaardeerde ideeƫn
BMW was een van de eerste autofabrikanten met een elektrische auto: de i3. Sindsdien hebben ze geen enkel nieuw elektrisch model op de markt gezet. Dat begint te knagen: de laatste tijd valt het me op dat BMW veel advertorials koopt. In deze advertorials valt onder andere te lezen dat BMW hun autoās heus wel āelektrificifeertā en dat ze Ć©Ć©n autoplatform hebben ontwikkeld waarin alle vormen van energie passen: diesel, benzine, plug-in hybride Ć©n elektriciteit. De keus is aan de klant!
Als ik dit lees gaan bij mij alle alarmbellen rinkelen. Je voorbereiden op de toekomst door geen harde keuzes over technologie te maken en āde consument te laten kiezenā duidt op vaag pessimisme bij het management van BMW. BMW is bang voor de toekomst door de opkomst van elektrisch rijden en de steeds strengere CO2-eisen. Hun planning voor de toekomst is āflexibel zijnā, met andere woorden schieten met hagel en bidden dat ze het overleven. Ik zie ze al morrend de batterijpakketten installeren in hun alles-in-een autoplatform.
Elektrisch rijden omdat het moet, niet omdat het de toekomst is: de kans dat BMW hiermee de beste elektrische autoās gaat ontwikkelen is precies nul. Daarvoor moet je immers kiezen. Je moet een optimistisch plan hebben voor de toekomst.
Hoe je de toekomst bouwt
Het gevaar van āvaag pessimismeā heb ik uit Zero to One: Notes on Startups, or How to Build the Future (2014) van Peter Thiel. Dit is een kort, interessant boek vol originele ideeĆ«n. EĆ©n van deze ideeĆ«n is dat culturen (van bedrijven of landen) op twee assen in te delen zijn: zijn ze optimistisch of pessimistisch over de toekomst? En 2) hebben ze een precieze voorstelling van de toekomst of een vage?
Thiel past dit - kort door de bocht - toe op culturen van landen/regioās. Dat ziet er dan zo uit:
De VS van de jaren vijftig en zestig komen er bij Thiel goed vanaf: Amerika had specifieke plannen en voerde ze uit. Het Apolloprogramma en de eerste maanlanding door mensen in 1969 is hier het spectaculairste voorbeeld van. Ook bedrijven met een optimistisch en specifiek plan hebben volgens Thiel de grootste kans de wereld te veranderen.
Het interessante aan dit idee is dat als je het eenmaal begrijpt, je het overal om je heen begint te zien:
Hoe mensen plannen maken voor de toekomst: Houden ze alle opties open in hun leven (consultant, bankier, advocaat) of kiezen ze er voor zich aan te sluiten bij een organisatie met specifieke missie?
Wat mensen met hun geld doen: Beleggen ze het in indexfondsen (optimistisch, vaag); stoppen ze het in goud (pessimistisch) of investeren ze het in hun eigen onderneming of in bedrijven die de toekomst aan het vormgeven zijn (definitief en optimistisch)?
Hoe landen zich gedragen: Hebben ze grote plannen voor de toekomst (optimistisch, specifiek) of ziet de overheid zich als een verzekeringspolis voor haar burgers (vaag)?
Hoe een generatie denkt over de toekomst: Is de science fiction en kunst die gemaakt wordt pessimistisch (bv. Black Mirror) of optimistisch (bv. Thunderbirds)?
Hoe bedrijven opereren (zie BMW): Spreiden ze hun kansen en is hun mantra āwe moeten de wensen van de consument volgenā of scheppen ze een nieuwe categorie producten of diensten waarvan ze overtuigd zijn?