Méér Nederlandse kernenergie (maar dan veilig en goedkoop)
Een interview met Henri Bontebal (CDA) over zijn plan om Nederland voorop te laten lopen met een nieuwe generatie kernreactoren
Hoewel energie uit zon en wind extreem goedkoop (en dus dominant) gaat worden, geloof ik óók dat we kernenergie een tweede kans moeten geven.
Waarom?
De belangrijkste reden is dat het een soort verzekering is voor onverwachte scenario’s. Elektriciteit wordt steeds meer het substraat waarop onze hele beschaving draait. Zolang er een kans is op 1) een kernoorlog of 2) een grote vulkaan die ontploft, bestaat er ook een kans op een jarenlange zonsverduistering. In zo’n doemscenario lijkt het me handig om kerncentrales achter de hand te hebben die niet afhankelijk zijn van zonlicht en wind.
Maar aangezien vrijwel niemand deze paranoïa met mij deelt vind ik het ook prima als mensen om andere redenen meer kernenergie willen.
Het tweede kamerlid Henri Bontebal is zo iemand. Sterker nog, hij heeft namens het CDA een plan geschreven om eindelijk werk te maken van zogenaamde Small Modular Reactors (SMRs) in Nederland en heeft verrassend goede redenen waarom juist kleine reactoren de toekomst zijn.
Bontebal eet vuistdikke rapporten over energie voor zijn ontbijt, is een twitterfenomeen en speelt niet onverdienstelijk piano.
Kleine kerncentrales
Voor we overschakelen op het interview eerst even een korte intro op het onderwerp. Waarom zijn Henri en ik zo enthousiast over kleine kerncentrales? Het probleem met kernenergie is dat het veld gestagneerd is sinds de jaren zeventig. Kerncentrales worden steeds duurder om te bouwen, het bouwen zelf duurt eindeloos en af en toe ontploft er (bijna) eentje.
Dus wat is de oplossing? Stoppen met kernenergie dan maar? Neen! Small modular reactors (SMRs).
Henri en ik zijn het er over eens dat kleine modulaire kernreactoren een belofte zijn omdat ze in een fabriek gebouwd kunnen worden en vervolgens op een vrachtwagen naar de bestemming gebracht kunnen worden. Door dingen in fabrieken te maken treden leercurves op en worden dingen goedkoper (net als bij andere dingen die op grote schaal gemaakt worden zoals auto’s, televisies, zonnepanelen en textiel). Daarnaast zijn de beste SMRs passief veilig, wat zoveel betekent dat ze bij het uitvallen van elektriciteit niet warmer worden maar juist afkoelen. Ten slotte is het al een bewezen technologie: kleine kerncentrales worden al sinds de jaren vijftig succesvol gebruikt in o.a. de Amerikaanse marine voor vliegdekschepen en onderzeeërs.
Wat volgt is een ingekort gesprek.
Waarom kernenergie
Henri: “Ik ben nooit echt anti-kernenergie geweest maar ben wel veranderd van sceptisch naar enthousiast. In Nederland hebben we vol ingezet op de groei van zon en wind. De eerste tientallen procenten hiervan zijn goed te doen. Maar inmiddels is de vraag: hoe bouw je een totaal energiesysteem dat robuust is en betaalbaar?
“Je kúnt wel een energiesysteem bouwen zonder kernenergie. Maar wil je het? Hoe meer hernieuwbaar in het systeem, hoe ingewikkelder het wordt om de boel in balans te houden. Ik gok dat we met een kwart kernenergie in 2050 in Nederland al goed bezig zijn.
“We zitten in een race tegen de klok. We moeten niet de gok nemen dat we denken dat we het met één energiesysteem kunnen halen. Ik gok niet op kernergie, ik wil juist meer zekerheid. Ik wil een mandje van energiebronnen.”
Modulair bouwen
“Het MIT heeft een goed rapport geschreven over de toekomst van kernenergie. Conclusie is dat er nog veel verbeteringen zijn om door te voeren. Je moet ontwerpen van nieuwe reactoren stroomlijnen (dus niet de hele tijd opnieuw het wiel uitvinden), en de overheid moet niet regels gaan veranderen tijdens het bouwproces. En er is flinke kostenreductie mogelijk door ze op grote schaal te maken.
Het charmante van SMRs is niet alleen dat ze seriematig in de fabriek te maken zijn. Ze zijn ook flexibeler neer te zetten: je kan een centrale modulair opbouwen door telkens een kleine reactor bij te plaatsen als er meer vraag komt. Dat maakt het ook beter financierbaar.”
Minder stroomkabels
“Nog een voordeel van SMRs is dat ze door hun kleine formaat dicht bij de industrie geplaatst kunnen worden. Je kan zelfs hoge temperatuur reactoren koppelen aan elektrolyzers (het produceren van waterstof met elektriciteit, PV), dan krijg je hele efficiënte waterstofproductie. Dit gebeurt al in Japan. De industrie draait straks op elektriciteit en waterstof dus kerncentrales en elektrolyzers wil je allebei zoveel mogelijk uren per jaar laten draaien. In theorie hoef je door SMRs dus minder stroomkabels door het land te leggen. Je plaatst ze direct op de plek waar veel vraag naar stroom of warmte is.”
“Met het radioactief afval is ook meer mogelijk dan we denken. Het blijft namelijk warmte afgeven. In Polen kijken ze nu of ze die warmte kunnen gebruiken voor warmtenetten.”
De ideologische strijd
“Met het succes van wind op zee is Nederland een voorbeeld voor de rest van de wereld. Ik zou een zelfde aanpak en ambitie voor SMRs willen hebben. De reden dat ik dit voorstel geschreven heb, is dat ik bang dat we anders te laat zijn. We moeten juist voorop lopen.”
“In de afgelopen jaren durfden we het niet over kernenergie te hebben. Maar ik wil wedden dat er veel partijen zijn die dit inmiddels interessant vinden. Vattenfall kijkt in hun thuisland Zweden al wel naar SMRs, maar in Nederland willen ze er nog niet aan, want hier zijn ze bang voor de publieke opinie.”
“Kernenergie is al snel tribaal: je zit in kamp voor of tegen. Maar het echte onderscheid in de strijd tegen klimaatverandering zou moeten zijn: fossiel of niet fossiel. Ik zie veel jongeren er al veel genuanceerder over denken, ik denk dat de publieke opinie gaat kantelen richting kernenergie. Ik gok dat het de groene partijen in Europa nog zo’n 5 tot 10 jaar kost voordat ze omgaan. Mensen in groene partijen moeten durven zeggen: OK, op dat punt hadden we het mis. De Groenen in Finland spreken zich al uit voor kernenergie.”
Effectief nationalisme
“Nederland veroorzaakt 0,4% van de CO2-emissies wereldwijd, maar ik vind dat we meer dan dat mogen bijdragen aan de oplossing. Ik vind dat we verder moeten gaan dan alleen ons eigen straatje schoon te vegen. Bijvoorbeeld door technologie te pionieren die vervolgens de hele wereld over gaat.
“Mensen doen soms cynisch over Duitsland en hun Energiewende. Je kunt denken dat de Duitsers honderden miljarden euro’s over de balk hebben gegooid. Ze wilden immers hun eigen zonnepaneelindustrie beginnen door subsidies op zonnestroom in te voeren maar dat is mislukt. De zonnepaneelfabrieken zitten uiteindelijk vooral in China. Maar het Duitse beleid heeft er wel voor gezorgd dat de productie van zonnepalen is opgeschaald waardoor we nu wereldwijd goedkope zonnecellen hebben.”
Europese samenwerking
“We moeten in Nederland zo snel mogelijk een demonstratie-SMR bouwen. Maar voor de uitrol op schaal wil ik graag Europees samenwerken, Nederland is te klein. De EU kan z’n gewicht achter SMR’s zetten door bijvoorbeeld de vergunningsverlening te stroomlijnen.
“In Nederland doet de overheid veel aan innovatie maar het geld wordt niet erg gericht uitgegeven. We kunnen niet kiezen. Ik vraag me af of we niet veel duidelijker een aantal doelen moet stellen, zoals bijvoorbeeld “waterstof voor 1 euro per kilo”. Het groeifonds gaat in principe al de goede kant op.”
“Er zijn genoeg mensen die zeggen wat er allemaal mis is. Ik zeg dan: ga aan het werk, kom met een plan, verzin zelf hoe het moet. Ik heb respect voor de doeners.”