Het meest ondergewaardeerde morele probleem van deze tijd
Een nieuwsbrief over ondergewaardeerde ideeen
Op zaterdag 27 oktober 1962 bracht Valentin Savitsky de mensheid aan de rand van de afgrond.
Savitsky was kapitein van onderzeeër B-59, onderdeel van een vloot onderzeeërs die uitgerust waren met nucleaire torpedo’s met de kracht van een Hiroshimabom. In de onderzeeër was geen radiocontact met Moskou mogelijk, er heersten temperaturen tussen 45 en 60 graden (de Russische onderzeeër was niet geschikt voor tropische wateren) en de crew was van slag door de hoge concentratie CO2 aan boord. Een Amerikaans schip ontdekte de onderzeeër en begon dieptebommen te werpen. In de daaropvolgende paniek liet Kapitein Savitsky de nucleaire torpedo ontgrendelen, klaar om voor volk en vaderland strijdend ten onder te gaan.
Grote kans dat deze aanval met een atoombom een tegenreactie van de VS had uitgelokt. Een nucleaire wederzijdse vernietiging - een tapijt van atoombommen op alle grote steden in beide landen zou het gevolg zijn geweest, waarbij miljoenen doden zouden vallen. Dit zijn slechts de directe gevolgen; door het stof dat tot hoog in de atmosfeer zou doordringen, zou de aarde jarenlang verduisterd zijn. Deze verduistering verkort het groeiseizoen van landbouw aanzienlijk - met massale wereldwijde honger als het gevolg. Een kans op het complete uitsterven van de mensheid is in dit scenario niet uit te sluiten.
Door puur toeval zat in het konvooi ook de kapitein van de vloot: Vasili Arkhipov. Hij bleef kalm en overtuigde Savitsky naar boven te komen en orders van Moskou af te wachten.
Een nucleaire oorlog was voorkomen.
Vooralsnog.
Existentieel risico: het meest onderschatte probleem aller tijden
Waar we in het dagelijks leven gefascineerd zijn door onrecht en ongelukken - schietpartijen en autobotsingen - besteden we schokkend weinig tijd en aandacht aan risico’s die het einde der tijden voor de mensheid kunnen inluiden.
En dan heb ik het niet over een ramp die 99% van de mensen om zeep helpt. Waar we het hier over hebben is het uitsterven van alle mensen (of het uitwissen van onze complete beschaving).
Risico’s die alles op het spel zetten vormen dus een aparte categorie omdat het niet alleen gaat over mensen die vandaag leven, maar over alle mensen die nooit geboren zullen gaan worden door de consequenties. Alle miljarden levens van miljoenen generaties die niet geleefd kunnen worden.
Over wat voor risico’s hebben we het dan?
Komeetinslagen, supervulkanen en ontploffende supernovae zijn kandidaten maar Ord laat overtuigend zien dat deze natuurlijke risico’s verwaarloosbaar klein zijn in de komende eeuwen.
Waar het echte probleem zit zijn de risico’s die direct het gevolg zijn van technologie die we zelf ontwikkelen: kunstmatige intelligentie, designer virussen, een globale nucleaire oorlog en extreme klimaatverandering (>10 graden), om er een paar te noemen.
En het slechte nieuws is dat het aantal existentiële risico’s blijft groeien. Door nieuwe technologie uit te vinden vergroten we de capaciteit om onszelf uit te roeien.
Samengevat: de toekomst van de mensheid kan waanzinnig mooi zijn, maar daarvoor moeten we wel langs de afgrond. Onze wijsheid moet sneller groeien dan ons vermogen om nieuwe zelfdestructieve techniek te ontwikkelen.
Toch is de tijd en energie die gestoken wordt in het verminderen van deze risico’s nihil. Daarmee vormt existentieel risico het grootste ondergewaardeerde morele probleem van deze tijd.
Waarom je dit boek moet lezen.
The Precipice (‘de afgrond’) is een uitzonderlijk goed boek - een boek dat alles heeft waar ik als lezer op hoop: het biedt een origineel nieuw perspectief, is ontzettend goed onderzocht (de voetnoten en appendices beslaan de helft (!) van de 500 pagina’s) en is prachtig geschreven met lyrische passages over de mogelijkheden die voor ons liggen als we deze fase doorstaan.
Het heeft me er van overtuigd - hoe weinig intuïtief het idee ook op het eerste gezicht overkomt - dat het verminderen van existentieel risico een van de meest effectieve loopbanen is om vandaag na te streven.