Het is gebeurd: Tesla is de meest waardevolle autobouwer ter wereld geworden:
Het is een wonderbaarlijke prestatie van Elon Musk.
In Who killed the electric car? - een steengoede documentaire van Chris Paine uit 2006 - wordt duidelijk hoeveel tegenstand de elektrische auto had van de gevestigde orde.
Én het wordt duidelijk hoe toegewijd fans zijn van de elektrische auto: ze organiseren een begrafenis en wake toen de eerste elektrische auto van General Motors werd uitgefaseerd.
Het succes van Tesla is - naast Musk’s uitzonderlijke talent - toe te schrijven aan fans van de elektrische auto.
De eerste miljoen mensen die een Tesla kochten waren fans. Hun - risicovolle - aankoop was feitelijk een investering in de ontwikkelingskosten van Tesla.
Fans zijn gewone mensen zoals jij en in die een product of dienst mooi of belangrijk vinden en zich hier achter scharen.
Fans hebben één voordeel: ze maken zelf de beslissing over hun aankoop. Er is geen beslissingscomité. Geen spreadsheets en geen risico-analyses. Fans kopen een idee. Een visie op de toekomst.
Een aanval op de status quo.
Met het geld van fans bouwde Tesla ondertussen steeds betere auto’s. Met iedere keer meer reikwijdte en meer kracht en sneller laden. De elektrische auto kreeg vorm. En de fans konden niet stoppen met praten over hun elektrische auto.
Het grote publiek werd nu ook wakker: elektrische auto’s konden blijkbaar wel goed zijn. Tesla heeft het bewezen.
En dan komt de laatste stap: strengere regels. Omdat Tesla zulke goede elektrische auto’s bouwt begrijpt iedereen ineens dat elektrische auto’s bouwen een kwestie is van willen, niet van kunnen. Zo kwamen er ook strengere regels voor alle auto’s.
En zo kwam het dat de gevestigde auto-industrie, die geen zin had om elektrische auto’s te bouwen, plotseling ook elektrische auto’s moest gaan maken.
Zo is de cirkel rond: de toekomst is 100% elektrisch.
Dankzij de fans.